Chemotherapie
Chemotherapie is de behandeling van kanker met celdodende of celdeling-remmende medicijnen, ook wel cytostatica genoemd. Deze medicijnen kunnen op verschillende manieren worden toegediend, bijvoorbeeld per infuus, als tablet of per injectie. Via het bloed verspreiden zij zich door het lichaam en kunnen zo meestal de kankercellen bereiken. Er zijn verschillende soorten cytostatica, elk met hun eigen invloed op het groeiproces van kankercellen. Sommige tasten de cel aan op het moment waarop deze zich deelt. Andere hebben hun uitwerking op een eerder tijdstip. Binnen de kankergeneeskunde voor dieren wordt altijd gebruik gemaakt van cytostatica voor mensen. Er bestaan geen specifieke cytostatica voor dieren.
De meest gebruikte soorten stoffen zijn:
- L-Asparaginase is een enzym dat wordt gemaakt door een bacterie (E Coli). Het enzym breekt L-asparagine af. Dit is voor sommige tumorcellen een essentieel aminozuur. Hierdoor wordt de groei van deze tumorcellen geremd
- Vincristine en Vinblastine worden gemaakt uit een kamerplant: de roze maagdenpalm. Beide stoffen remmen de aanmaak van draadjes die bij de celdeling het DNA naar de nieuwe cel trekken waardoor de tumorcel niet kan delen.
- Leukeran® en Endoxan®: maken extra verbindingen binnen het DNA van de patiënt.
- Adriamycine (Doxorubicine) wordt gemaakt door de bacterie Streptomyces peucetius. De stof vervormt het DNA
Wanneer is chemo een optie?
Tumoren die op dit moment succesvol kunnen worden behandeld met chemotherapie zijn onder andere:
- Maligne lymfoom (lymfeklierkanker B-cel type) bij hond en kat.
- Botkanker bij de hond in combinatie met pootamputatie
- Multiple myeloom (plasmaceltumor).
- Chronische lymfocytaire leukemie.
- Plaveiselcelcarcinoom van de neusspiegel bij de kat.
- Tumoren waarbij chemotherapie kan worden geprobeerd, zijn onder andere:
- Blaashalstumoren (overgangsepitheelcelcarcinomen). Bij de behandeling van deze vorm van kanker wordt geen gebruik gemaakt van cytostatica (chemotherapeutica), maar van NSAID’s, zoals piroxicam (of meloxicam).
- Mastocytoom graad II, die aantoonbaar is gemetastaseerd of met een grote kans op metastasering en mastocytoom graad III; al dan niet in combinatie met chirurgie of bestraling.
- Hemangiosarcoom (kwaadaardige bloedvattumor), in combinatie met chirurgie.
- Hersentumoren, al dan niet in combinatie met chirurgie of bestraling.
- Peri-anale adenocarcinomen, voorafgaand aan en volgend op chirurgie.
- Adeno-carcinomen van de dikke darm. Bij de behandeling van deze vorm van kanker wordt geen gebruik gemaakt van cytostatica, maar van NSAID’s zoals piroxicam of meloxicam.
- Plaveiselcelcarcinoom van de mondholte bij de hond, al dan niet in combinatie met chirurgie. Bij de behandeling van deze vorm van kanker wordt naast chemotherapie, gebruik gemaakt van
- NSAID’s zoals piroxicam of meloxicam.
Hiernaast kan chemotherapie ook worden gebruikt om voorafgaand aan chirurgie grote tumoren te verkleinen of gezwellen gevoeliger te maken voor bestraling.
Bijwerkingen
Het blijkt dat dieren veel minder ernstige bijwerkingen hebben van chemotherapie dan mensen. Braken en diarree kan voorkomen maar in veel mindere mate dan waarin mensen hiervan last hebben. Ook hebben dieren minder tot niet te maken met haaruitval. Bij katten vallen de snorharen uit en slechts bij enkele hondenrassen treden vachtveranderingen op. De bijwerkingen die toch optreden ontstaan doordat de medicatie niet alleen de sneldelende tumorcellen aanvalt, maar alle sneldelende cellen in het lichaam. Met name de cellen van het darmslijmvlies en van het beenmerg worden beschadigd. Het gevolg kan zijn dat het dier gaat braken of diarree krijgt. Dit zien we slechts in 30% van de behandelingen en bij snel reageren zullen deze klachten maar van korte duur zijn. Door onderdrukking van de werking van het beenmerg kan er een ernstige bloedarmoede ontstaan of problemen met de bloedstolling. Ook de functie van het afweersysteem kan verminderen, waardoor de hond of kat gevoelig wordt voor infecties. Het belangrijkste symptoom bij deze dieren is koorts en ook hier is snelle diergeneeskundige hulp vereist. Bij niet tijdig ingrijpen kan dit tot de dood van het dier lijden.
Uw eigen gezondheid
Bijna alle middelen die we uw huisdier voorschrijven, kunnen worden uitgescheiden via het speeksel, de urine of ontlasting. Als uw huisdier u likt, of als u uw hond of kat aait en daarna uw handen niet wast, kunt u de stoffen binnen krijgen. Om te voorkomen dat u de stoffen binnenkrijgt, raden wij u aan om goed op uw hygiëne te letten. Tijdens het consult zullen wij u precies uitleggen hoe u dit moet doen. We raden het gebruik van cytostatica af bij eigenaren die zwanger willen worden, bij vrouwen die al zwanger zijn en als er kinderen in huis zijn. L-Asparaginase is hierop een uitzondering, dit kan wel in deze omstandigheden gegeven worden.